Avonddienst 26 juni
Avonddienst 26 juni
|
||
Onze Gemeente
Onze Gemeente
Welkom Tijdens de ochtenddienst is er creche voor de allerkleinsten tot 4 jaar. | ||
lees meer » | ||
Meditatie
Meditatie
De kerkwerkbank! De Geest deelt aan ieder afzonderlijk uit, zoals Hij wil….(1 Kor. 12:11) Een fabel Op een avond waren ze samengekomen. Verschillende leden van het lichaam. De voet, de hand, de mond en de tanden. Ze waren boos. Zij moesten werken voor de maag, terwijl de maag zelf niets uitvoerde. Die profiteerde alleen maar van hun arbeid. Ze besloten in opstand te komen. De voet zei: ik zet geen stap meer om voor hem ergens voedsel te halen. De hand zei: ik steek geen vinger meer uit om hem van de hongerdood te bewaren. De mond zei: ik vertik het om me telkens te openen en te sluiten om voor hem eten door te laten. De tanden zeiden: wij weigeren om ook nog maar één korrel brood voor hem te kauwen. Vier stakende leden! Maar na korte tijd begonnen zij zich slap te voelen. Ze kregen pijn. Toen ontdekten ze dat zij het niet konden stellen zonder de maag. Zo op het oog deed hij misschien niets. Maar hij was wel degelijk even belangrijk, even onmisbaar, voor de gezondheid van het hele lichaam als zijzelf! Het lichaam van de gemeente Elk lid van het lichaam is belangrijk. Heeft een eigen functie. Geen lid hoeft zich minderwaardig te voelen. Geen lid hoeft zich meer te voelen, op een ander neer te zien, van die ander te denken: daar heb je niets aan, die kan net zo goed worden geamputeerd. De gemeente wordt in de Bijbel vergeleken met een lichaam. Jezus is het hoofd van dat lichaam. De gelovigen zijn de verschillende lichaamsdelen. Je kunt oog zijn, maar ook oor. Een hand, maar ook een voet. Ze zijn allemaal heel verschillend, maar…. ze kunnen niet zonder elkaar. Wat heb je aan een gemeente die alles ziet, maar geen handen heeft om ook daadwerkelijk te helpen? Wat heb je aan een gemeente die alles hoort, maar geen voeten heeft om in beweging te komen? Uitdelen Om in dat lichaam oog of oor te kunnen zijn, hand of voet, deelt de Heilige Geest gaven uit! In Korinthe liepen mensen rond die dachten dat zij zo’n beetje alle gaven van de Geest hadden ontvangen. In ieder geval de belangrijkste gaven. Zij behoorden tot de geestelijke elite. Zij keken neer op andere gemeenteleden. Daar gaat Paulus in 1 Korinthe 12 op in. Hij zegt: er is een verscheidenheid aan genadegaven. Laten we daar een dikke streep onder zetten. Genade – gaven! Je hebt ze dus niet verdiend! Genade! Dat in de eerste plaats. ’t Zijn dus geschenken. Gaven! Dat in de tweede plaats. Je hebt het niet van jezelf. Verscheidenheid De Heilige Geest heeft niet één gave tot Zijn beschikking die Hij uitdeelt. Of één hele belangrijke. Er is een verscheidenheid aan gaven! Elk gemeentelid heeft wel het één of andere dat speciaal aan hem of haar gegeven is. Welke gaven de Heilige Geest uitdeelt? De één kan vrijmoedig bidden. Een ander hartelijk troosten. Een derde getuigend spreken. Een vierde handig organiseren. De één krijgt ontferming om gastvrij te zijn. Een ander geduld om z’n medemens te verzorgen. Een derde tact om met kinderen om te gaan. Een vierde liefde om aandacht te kunnen geven aan ouderen. Te veel om op te noemen. Aan ieder De Geest deelt aan ieder afzonderlijk uit, zoals Hij wil. Niet iedereen krijgt evenveel. Niet iedereen krijgt alles. Wat zouden we onuitstaanbaar worden. Allemaal wat! In de gemeente is geen plaats voor overschatting. Zo van: ik kan het wel alleen! Ik heb de meeste gaven! In de gemeente is geen plaats voor onderschatting. Zo van: ik kan niets. Ik heb geen enkele gave. Voor ons allen geldt: verwaarloos de genadegave niet, die in u is! Waarom heeft de een deze gave en de ander die? Dat is Gods zaak. Dat is Gods wijsheid. Hij heeft een unieke bedoeling met ieders leven. Laat ieder met de gaven van de Geest voor de dag komen! Niet om daarmee met de borst vooruit te lopen. Maar – schrijft Paulus in vers 7 – tot nut voor de ander! Tot profijt van de hele gemeente. Begaafd zijn we allemaal Er was een trainer die zei tegen iemand: ik heb 11 voetballers nodig. Die stel ik op. Dat zijn de besten! Ik heb 4 invallers nodig. Die zitten op de reservebank. Die zijn wat minder. Ik hou er eentje over. Dat ben jij. Jij bent de slechtste Je mag naar de tribune. Dat doet de Heilige Geest nooit! De Heilige Geest lijkt meer op die onderwijzer. Die organiseerde een toneelstuk. Die had voor elk kind uit de klas een rol. Alle kinderen liet hij meedoen. Alle kinderen kregen een taak! Begaafd zijn we allemaal! Niemand is minder, niemand is meer. Ieder is nodig bij de Heer! F. Wijnhorst, v.d.m. | ||
lees meer » | ||